Kennis voor de zorgbranche om sterker te worden door financiële automatisering en innovatieve administratievoering.

Blijf op de hoogte
Blogserie nieuwe pensioenwet deel 2: De basis van het Nederlandse pensioenstelsel

Blogserie nieuwe pensioenwet deel 2: De basis van het Nederlandse pensioenstelsel

In deze blog zullen we enkele belangrijke pijlers van ons pensioenstelsel onder de loep nemen. Door inzicht te krijgen in deze elementen kunnen werkgevers zich beter voorbereiden op de aanstaande veranderingen. 

Pensioendeelname

In Nederland kennen we geen algehele pensioenplicht. Voor sommige bedrijfstakken en beroepsgroepen is het wel verplicht om deel te nemen aan een pensioenregeling. Het pensioen wordt in dat geval verplicht uitgevoerd door een bedrijfstak- of beroepspensioenfonds. Voorbeelden zijn PFZW (Zorg & Welzijn) en PMT (Metaal).  

Traditioneel werden werknemers van 21 jaar en ouder opgenomen in pensioenregelingen. Met de invoering van de Wet Toekomst Pensioenen op 1 januari 2024 is deze leeftijdsgrens verlaagd naar 18 jaar.  

Het bereiken van pensioengerechtigde leeftijd

In het pensioenreglement is de leeftijd vastgelegd waarop men met pensioen kan gaan. Tot deze leeftijd is het mogelijk pensioen op te bouwen. Dit kan zowel de AOW-leeftijd zijn als de fiscale pensioenleeftijd van 68 jaar. Onder bepaalde voorwaarden kunnen deelnemers er ook voor kiezen om hun pensioen eerder te laten uitkeren dan de vastgestelde pensioenleeftijd. Dan zal de uitkering wel lager uitvallen. Raadpleeg hiervoor uw eigen pensioenreglement. 

 Let op: De pensioenleeftijd is de leeftijd waarop iemand volgens het reglement van zijn werkgever pensioen kan ontvangen. De AOW-leeftijd is de leeftijd wanneer men recht heeft op de AOW-uitkering van de Nederlandse overheid. 

Doorsneesystematiek

In ons huidige pensioenstelsel zijn bedrijfstakken nog verplicht om de doorsneesystematiek toe te passen. Bij de doorsneesystematiek dragen alle werknemers hetzelfde percentage van hun salaris af aan pensioenpremie en ontvangen zij in ruil daarvoor dezelfde pensioenopbouw, ongeacht hun leeftijd. Dit betekent dat jongeren meer premie betalen dan ouderen, terwijl zij hetzelfde percentage aan het einde van de rit weer terugkrijgen. Dit geldt dus voor alle leeftijden. 

Toen de doorsneesystematiek in 1957 werd ingevoerd, was het idee om een systeem te creëren dat solidariteit tussen generaties bevorderde. Oudere werknemers die bijna met pensioen gingen, hadden vaak nog niet voldoende pensioen opgebouwd. Door de doorsneesystematiek konden zij toch aanspraak maken op een volwaardig pensioen, ondanks dat zij nog maar kort hadden bijgedragen. Dit zorgde ervoor dat jongere werknemers meebetaalden voor de pensioenen van ouderen. De schuld die hierdoor ontstond, werd steeds vooruitgeschoven. Jonge werknemers betaalden meer premie dan nodig voor hun eigen pensioenopbouw, met de belofte dat, wanneer zij ouder worden, zij ook minder premie zullen betalen dan nodig is voor hun pensioen, waarbij jongere generaties dan weer voor hen zouden bijdragen. 

De doorsneesystematiek werkt tegenwoordig minder goed. Mensen wisselen vaker van baan (en pensioenfonds). Dit zorgt ervoor dat de voordelen van de doorsneesystematiek minder goed uitwerken, omdat jongere werknemers niet altijd lang genoeg bij dezelfde werkgever blijven om de voordelen van de lagere premies op latere leeftijd te ontvangen. Om die reden hebben pensioenfondsen de mogelijkheid om opgebouwde pensioenaanspraken en ingegane pensioenen te korten als er een te lage dekkingsgraad is. Pensioenpremie-instellingen en verzekeraars hebben deze mogelijkheid tot inkorten niet. Om de bovenstaande redenen wordt de doorsneesystematiek onder de nieuwe Wet Toekomst Pensioenen afgeschaft.

Wat is een pensioenpremie-instelling? Deze instellingen mogen geen risico’s dragen. Dit leidt ertoe dat zij enkel een rol spelen in de opbouwfase en niet in de uitkeringsfase. Wanneer iemand de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, moeten ze verschillende verzekeraars met elkaar vergelijken die hun pensioenopbouw naar een uitkeringsfase kunnen omzetten.

Soorten pensioenen

Onder de pensioenregeling valt niet alleen de uitkering bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd (ouderdomspensioen), maar soms ook uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid of overlijden. Dit noemen we arbeidsongeschiktheidspensioen en nabestaandenpensioen. Wat precies onder uw pensioenregeling valt, is te vinden in uw pensioenreglement. 

Er zijn drie soorten pensioenovereenkomsten te onderscheiden bij het ouderdomspensioen in ons huidige stelsel (dat dus allemaal gaat veranderen). Uitkeringsovereenkomsten zijn een type pensioenregeling waarbij van tevoren, tijdens de opbouwfase, is afgesproken wat de hoogte van de pensioenuitkering wordt. Dit betekent dat je al weet hoeveel je zult ontvangen zodra je met pensioen gaat. Bij premieovereenkomsten is de hoogte van de pensioenuitkering nog niet vastgesteld en wordt dit pas bij de uitkeringsfase bepaald. De premie die je betaalt, wordt belegd, waardoor de uiteindelijke opbrengst onzeker is. Kapitaalovereenkomsten werken weer anders: hierbij staat alleen de hoogte van het kapitaal vast waarmee je een pensioenuitkering aankoopt op de pensioendatum. De daadwerkelijke uitkering hangt op dat moment af van de rentestand.

Pensioendriehoek

De verantwoordelijkheden van de pensioenuitvoerder, werkgever en werknemer worden gevormd in een driehoeksverhouding. Tussen de werknemer en de werkgever bestaat een pensioenovereenkomst, die vaak is opgenomen in de arbeidsovereenkomst of cao, waarin de pensioenregeling is vastgelegd. De afspraken die gemaakt zijn worden uitgevoerd door een pensioenuitvoerder en hiervoor wordt tussen de werkgever en de pensioenuitvoerder een uitvoeringsovereenkomst gesloten. Tussen de pensioenuitvoerder en de werknemer is vervolgens weer een pensioenreglement, waar de rechten en plichten van de werknemers zijn vastgelegd. We kennen dus de pensioenovereenkomst, het pensioenreglement en de uitvoeringsovereenkomst. 

Let op: Een uitvoeringsovereenkomst is vaak voor bepaalde tijd en kan verlopen na bijvoorbeeld 5 jaar. De werkgever dient dan met de pensioenuitvoerder een nieuwe uitvoeringsovereenkomst te sluiten. Bij verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsregelingen kan het voorkomen dat er geen uitvoeringsovereenkomst gesloten is, omdat er al automatisch een uitvoeringsreglement geldt. 

Veranderingen doorvoeren

Organisaties moeten voorzichtig zijn met het doorvoeren van veranderingen in pensioenregelingen, aangezien pensioen een arbeidsvoorwaarde is die niet zomaar gewijzigd kan worden, tenzij er een eenzijdig wijzigingsbeding is overeengekomen. Dit beding stelt de werkgever in staat om arbeidsvoorwaarden, inclusief pensioenregelingen, eenzijdig aan te passen. Het is echter een ingrijpende stap. Daarom is het essentieel voor organisaties om te begrijpen wat werknemers belangrijk vinden met betrekking tot hun pensioen, zoals zekerheid en gelijke behandeling, voordat veranderingen worden doorgevoerd. 

Nu we de belangrijkste elementen van ons pensioenstelsel hebben doorgenomen, zijn we een stap dichterbij de voorbereiding op de veranderingen door de Wet Toekomst Pensioenen. Het is van groot belang dat zowel werkgevers als werknemers goed geïnformeerd zijn over deze veranderingen, zodat ze zich goed kunnen voorbereiden en de juiste stappen kunnen ondernemen. 

Lees ook de blog: Blogserie nieuwe pensioenwet deel 3: Een vooruitzicht op de premiegelden

Als u vragen heeft, kunt u contact opnemen met onze salarisspecialist via salaris@alex-andre.nl. We helpen u graag verder!

Alexandré Finance helpt u graag!

Deel dit bericht:

Mis nooit zorgnieuws!

Schrijf u in om maandelijks onze updates te ontvangen.