Kennis voor de zorgbranche om sterker te worden door financiële automatisering en innovatieve administratievoering.

Blijf op de hoogte
Blogserie nieuwe pensioenwet deel 4: Pensioenkeuzes in het nieuwe stelsel

Blogserie nieuwe pensioenwet deel 4: Pensioenkeuzes in het nieuwe stelsel

Deel vier van de blogserie over de nieuwe pensioenwet laat de verschillende keuzes zien binnen de nieuwe pensioenwet. Lees hier alles wat u moet weten over de pensioenkeuzes is het nieuwe stelsel. 

Zoveel mogelijk deelnemers

De Wet Toekomst Pensioenen heeft als doel om meer werkenden pensioenaanspraken te geven. In onze tweede blog hebben we al gezien dat de verplichte toetredingsleeftijd is verlaagd van 21 jaar naar 18 jaar sinds 1 januari 2024. Daarnaast is ook de wachttijd voor uitzendkrachten komen te vervallen sinds 1 juli 2023. Uitzendkrachten gaan nu deelnemen aan de pensioenregeling (indien deze wordt aangeboden voor uitzendkrachten) vanaf de eerste dag dat zij werken, zonder enige wachttijd.

Voor iedereen een beschikbare premieregeling

Het nieuwe pensioenstelsel hanteert voor alle deelnemers hetzelfde percentage van de pensioengrondslag als beschikbare premie, ongeacht hun leeftijd. Toch kunnen de beleggingsopbrengsten variëren. Dit komt doordat pensioenuitvoerders anders beleggen naarmate iemand ouder is. Deelnemers die bijna de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, hebben minder tijd om rendement te behalen op hun beleggingen. Jongeren daarentegen kunnen nog lang beleggen. De uiteindelijke pensioenuitkering hangt dus af van de hoogte van de ingelegde premies en het rendement op de beleggingen

Hoe zat het eerder?

Eindloonregeling: Bij deze regeling wordt het pensioen berekend op basis van het salaris dat een deelnemer verdient in de laatste jaren, of specifiek in het laatste jaar, voordat de pensioengerechtigde leeftijd wordt bereikt. Zoals de naam al aangeeft, wordt hierbij gekeken naar het eindloon. De laatste dienstjaren kunnen van groot belang zijn, bijvoorbeeld bij salarisverhogingen.

Middelloonregeling: Bij deze regeling wordt het pensioen berekend op basis van het gemiddelde salaris van een deelnemer gedurende zijn of haar loopbaan. Hierbij wordt dus gekeken naar het gemiddelde salaris en minder naar de laatste jaren.

Met de komst van de beschikbare premieregeling voor iedereen komen de uitkeringsregelingen, zoals de eindloonregeling of de middelloonregeling, te vervallen.

Eerbiedige werking

De overgang naar een beschikbare premieregeling geldt voor zowel huidige als nieuwe deelnemers. Er is hier dus geen eerbiedigende werking van toepassing! De eerbiedigende werking geldt alleen voor de premiekant en niet voor de aansprakenkant. Dit betekent dat het nog steeds mogelijk is om een progressieve premie te hanteren voor huidige werknemers, waarbij de premie stijgt naarmate men ouder wordt. Echter, de opgebouwde pensioenrechten worden niet langer gegarandeerd aan het einde van de pensioenopbouwperiode en zijn gebaseerd op de beschikbare premie.

Invaren

Als je organisatie momenteel een middelloonregeling hanteert, heeft dit meer impact op de pensioenaanspraken dan bij organisaties met een eindloonregeling. Dit komt doordat bij de middelloonregeling alle dienstjaren evenredig belangrijk zijn. Als je overstapt als organisatie, wat gebeurt er dan met de aanspraken die tot nu toe zijn opgebouwd?

Invaren betekent dat de opgebouwde aanspraken worden omgezet naar een beschikbare premieregeling. Hierdoor wordt je pensioenaanspraak onzeker. Of dit gebeurt, hangt af van of je organisatie is aangesloten bij een PPI (Premie Pensioen Instelling), een Pensioenfonds of een verzekeraar. Pensioenfondsen hebben zelf de keuze om wel of niet in te varen. Werknemers hebben hier geen zeggenschap over en er is geen mogelijkheid tot bezwaar. Verzekeraars hebben daarentegen niet de mogelijkheid tot invaren. Bij hen worden alleen toekomstige pensioenaanspraken onderdeel van de beschikbare premieregeling en zijn dus onzeker. Alle opgebouwde aanspraken onder de middelloonregeling blijven behouden voor deelnemers.

Soorten beschikbare premieregeling 

De beschikbare premieregeling kent verschillende varianten. Het verschil tussen deze regelingen ligt in de manier waarop het pensioengeld van de deelnemers wordt beheerd: in één grote pot voor alle deelnemers gezamenlijk of in individuele pensioenpotten.

Flexibele regeling

Bij de flexibele regeling heeft elke deelnemer een individuele pensioenpot. Het risico wordt niet gedeeld. Je hebt dus voornamelijk te maken met je eigen risico en rendement. Andere deelnemers ondervinden geen gevolgen van jouw keuzes, zelfs als die tegenvallende beleggingsresultaten opleveren. Deze regeling biedt veel keuzevrijheid over hoeveel risico je wilt nemen met je beleggingen. Op de pensioengerechtigde leeftijd moet een pensioenuitkering worden aangekocht, waarbij je kunt ‘shoppen’ voor een vaste of een variabele uitkeringen. Als de deelnemer kiest voor een vaste uitkering, zal deze lager zijn. Bij een variabele regeling kan de uitkering daarentegen soms hoger uitvallen, waardoor de deelnemer een hogere uitkering ontvangt.

Solidaire regeling

Bij de solidaire regeling delen deelnemers het risico gezamenlijk. Iedereen heeft een aandeel in een gemeenschappelijke pensioenpot. Er is minder keuzevrijheid, omdat een tegenvallende keuze invloed kan hebben op de gezamenlijke pot. Er wordt één beleggingsbeleid gevoerd en resultaten worden gedeeld door de groep. Daarnaast kent deze regeling een ‘solidariteitsreserve’ bovenop individuele pensioenvermogens om financiële risico’s te delen. Dit zorgt ervoor dat de uitkomst van het pensioen stabieler is. Het solidariteitsreserve is een extra buffer bovenop de individuele pensioenvermogens van deelnemers. Dit reserve wordt gebruikt om financiële risico’s te delen.

Let op: deelnemers kunnen niet kiezen voor een vaste pensioenuitkering na de pensioendatum. het pensioenbedrag kan na de pensioendatum variëren op basis van de beleggingsresultaten (en kan dus de ene keer hoger zijn dan de andere keer).

Premie-uitkeringsregeling  

De premie-uitkeringsregeling is een bekende pensioenregeling die behouden blijft in het vernieuwde pensioenstelsel. Deze regeling kan alleen via een verzekeraar of premiepensioeninstelling (PPI). Bij deze regeling kan je op de pensioendatum kiezen voor een uitkering die vast of variabel is, afhankelijk van de beleggingsresultaten. Ook is er geen sprake van risicodeling en daarom heeft een deelnemer meer keuzevrijheid.

Let op: Soms kiezen de sociale partners zelf welke regeling wordt toegepast, wat dan geldt voor alle werknemers. Dit is in ieder geval zo bij bedrijfstak- of ondernemingspensioenfondsen.

Levenslange pensioenuitkering

De pensioenuitkering loopt door tot het moment van overlijden. Dit betekent dat de pensioenuitkering niet stopt als iemand langer leeft dan de gemiddelde overlijdensdatum. Als iemand korter leeft dan de gemiddelde levensverwachting, wordt het resterende pensioenkapitaal gebruikt om de uitkering aan degenen die langer leven te compenseren.

Lees ook de blog: Blogserie nieuwe pensioenwet deel 5: Compensatie door de werkgever

Hopelijk heeft u na het lezen van deze blog meer inzicht in de verschillende keuzes in het nieuwe pensioenstelsel. Heeft u nog vragen over de pensioenregeling of over andere HR-zaken? Mail dan gerust naar abia@alex-andre.nl.

Alexandré Finance helpt u graag!

Deel dit bericht:

Mis nooit zorgnieuws!

Schrijf u in om maandelijks onze updates te ontvangen.